
Lieve hulpverlener. Ja jij, degene die altijd voor anderen klaar staat, die zichzelf wegcijfert om de ander te kunnen zien groeien. Die complimenten niet goed kan ontvangen, want ja, dit is gewoon wat je doet. Het is tijd dat jij ook eens gezien wordt.
Dag in dag uit luisteren wij naar de mensen. Zien hun pijn, hun verdriet, maar ook hun kleine overwinningen, hun terugvallen, hun weigering om in te zien dat ze echt hulp nodig hebben. Wij staan in de ochtend op, verzorgen snel onszelf of ons eigen gezin, om daarna de hele dag voor anderen te zorgen. In de avond denk je nog na over de mensen die je gezien hebt. Heb je genoeg hulp geboden, is er nog iets anders nodig? En dan toch krijg je het verwijt dat de hulpverlening niet genoeg doet of alleen aan zichzelf denkt.
Heb je een feestje waar je echt graag heen wil, vervelend, want dan ziet de cliënt jou een dag niet. Je vraagt bijna met een schuldgevoel vakantie aan, omdat je ook aan jezelf moet denken. Je laat een client met pijn in je buik achter, terwijl de cliënt soms zelf nog in paniek is, omdat de tijd om is. Omdat je niet meer uren aanwezig mag zijn, want de gemeente geeft jou niet meer uren om te gaan.
Dat je eerst moet aanbellen en moet afwachten of ze open doet, anders mag je niet eens alleen naar binnen, vanwege de kans op suïcidaliteit. Dat je overal aan de bel trekt, bij behandelaars, andere stichtingen, maar geen gehoor krijgt, want: het zal zo erg niet zijn, of: helaas is er is een wachtlijst. En jij ziet jouw cliënt verder afglijden. Of ouders boos worden. Want waarom die belachelijke wachtlijst? Hun kind heeft toch nu hulp nodig? En al trek je aan alle lijntjes en bellen die je kunt vinden, al wordt er op de achtergrond door jou en je collega’s hard gewerkt, je krijgt nog het verwijt dat er niet nu direct iets gebeurt in de ogen van de ouder.
Je wil een kind helpen, maar de ouder heeft een andere visie. Je moet eerst aanhoren wat het kind in hun ogen allemaal fout gedaan heeft, waar het kind bij zit. Daarna mag jij je met een opgelaten gevoel gaan storten op een kind dat inmiddels een pesthumeur heeft.
Ja, het staat nu zwaar geschreven, maar er zijn ook mooie momenten. Jeugdigen die na een depressie weten op te krabbelen, je hun geheimen durven te vertellen die ze aan niemand kwijt kunnen of durven. Het zelfvertrouwen zien groeien, omdat je iedere keer weer succes ervaringen weet te creëren en te benoemen. De glinstering in de ogen van die jongen, omdat hij dat succesje zelf ervaart. Die knuffel die je krijgt, want ze zijn zo blij met jou. De ouders die vertellen hoe blij ze met je zijn, want hun kind voelt zich eindelijk gezien.
Dus lieve hulpverlener, ik schrijf dit nu voor jou. Omdat jij werkt met je hart. Omdat jij de zoveelste keer diep in en uit ademt en toch weer op die cliënt of dat gezin binnen stapt. Omdat je mee geniet met die glimlach van je cliënt. Omdat je ondanks alles dat er gebeurt in de wereld, toch in het goede van de mens blijft geloven. En dat elke ministap vooruit met iemand maken, of die dag dat lichtpuntje voor die persoon te zijn, maakt dat jij doorgaat. Een ode aan jou lieve hulpverlener, omdat ik het hulpverleners-vak ga verlaten. Maar dat ik als ik zelf ooit hulp nodig heb, nooit zal vergeten dat ik ook de andere kant van de hulpverlenersmedaille heb gezien. #dontwaitforsunshine,bethesunshine
Geef een reactie